Riolering

De riolering is een ondergronds stelsel van buizen, putten en pompen in de dorpen en het buitengebied. Het voert het afvalwater op een veilige en gezonde manier af.

Riolering: hoe werkt het?

Vrijvervalriolering

Binnen de bebouwde kom loopt het grootste deel van het afvalwater vanzelf door de buizen dankzij zwaartekracht. Dit heet vrijvervalriolering. In grote delen van de bebouwde kom komt al het regenwater ook direct in de riolering terecht.

Drukriolering

In het buitengebied gebruiken we hier pompen voor. Dat heet drukriolering. Dit moet rioolwater over lange afstanden kunnen verpompen. Aan het eind van het gemeentelijk stelsel staan gemalen van het waterschap. Deze verpompen het water naar de zuivering in Terwolde waar het gezuiverd wordt en het gezuiverde water uiteindelijk in de IJssel komt.

Riolering: gemengd of gescheiden

In Nederland kennen we verschillende rioolsystemen. De meest voorkomende zijn een gemengd en een gescheiden stelsel.

Gemengd

In een gemengd riool stromen afval- en regenwater samen in een buis naar de rioolwaterzuivering. Valt er in korte tijd veel regen? Dan gaat de overstort werken. Dit is een noodafvoer die alleen werkt als de buizen vol zijn en de pompen maximaal draaien. Het extra regenwater loopt dan samen met een beetje afvalwater een vijver of sloot in. Zo zorgen overstorten ervoor dat straten of huizen niet blank komen te staan.

Gescheiden

Afgekoppelde en gescheiden systemen voeren afvalwater en regenwater in twee aparte buizen af.

Infiltratie

Infiltratievoorzieningen zorgen dat regenwater beter in de bodem zakt. Er zijn verschillende voorzieningen, zowel boven de grond (wadi of infiltratieveld) als onder de grond (infiltratiebuis of kratjes). De bodem onder of rondom een infiltratievoorziening filtert het regenwater.

Er mag niet te veel zand, slib en vuil in het regenwater zitten want dan krijg je een verstopping. Dat geldt zeker voor ondergrondse voorzieningen die lastig schoon te maken zijn. Daarom gebruiken we bladvangers en slibputjes. Infiltratievoorzieningen zijn alleen nuttig als het grondwater diep genoeg zit omdat het zich anders al met grondwater vult. Ook moet de bodem (een beetje) waterdoorlatend zijn, want anders zakt het water niet snel genoeg weg. Soms hebben ze een overloop naar een vijver of sloot of een vorm van tijdelijke opslag, waarna het water in de bodem wegzakt. 

Wat mag wel en niet in het riool?

Eigenlijk is het heel simpel: plas, poep, gewoon wc-papier en (af)waswater mogen het riool in. Vochtig wc-papier is veel steviger dan gewoon wc-papier en lost niet op. Dit kan tot verstoppingen leiden. Gooi dat dus niet in het toilet. Dit geldt ook voor maandverband en tampons. Niet in het riool horen ook: (frituur)olie, vet, schoonmaakdoekjes, kattenbakkorrels, verfresten of andere chemicalien, kledingstukken. Ze kunnen erge verstoppingen veroorzaken, zowel bij u thuis als bij de rioolwaterzuivering.