De Jaarstukken 2020
In de Jaarstukken 2020 legt het college verantwoording aan de gemeenteraad af over de uitvoering van de plannen van het afgelopen begrotingsjaar en over de financiën. De Jaarrekening 2020 sluit met een totaal voordelig resultaat van € 143.200. Na verwerking van de effecten van het Voortgangsbericht 2020 en de Bestuursrapportage 2020 werd nog rekening gehouden met een nadelig resultaat van € 464.500. Het uiteindelijke resultaat valt dus € 607.700 voordeliger uit. Het resultaat is tot stand gekomen door met name incidentele meevallers zoals het resultaat vanuit de grondexploitatie (€ 777.100) en een hogere opbrengst leges omgevingsvergunningen (€ 207.200). Deze meevallers staan tegenover de fors hogere structurele lasten voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) (€ 737.900) en de Jeugdzorg (€ 393.300). Het jaar 2020 werd beheerst door de wereldwijde pandemie: de coronacrisis. Vanaf het begin van deze crisis hebben wij actief gereageerd op de ontstane situatie en slagvaardig opgetreden bij de uitvoering van de maatregelen die het Rijk heeft ingesteld. Daarnaast hebben wij als gemeente Voorst maatregelen getroffen om de impact van het virus op onze Voorster samenleving te beperken en zijn wij voortdurend bezig geweest te onderzoeken op
welke terreinen aanvullende maatregelen noodzakelijk waren. De extra middelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld voor compensatie van de extra uitgaven en gederfde inkomsten waren grotendeels toereikend.
Het Voortgangsbericht 2021
In het Voortgangsbericht rapporteert het college over de actuele ontwikkelingen in het lopende begrotingsjaar. De hogere uitgaven aan jeugdzorg en Wmo spelen ook in het Voortgangsbericht een hoofdrol. De tekorten die in 2020 zijn opgetreden werken door in de volgende begrotingsjaren. De uitgaven voor de Wmo zijn sterk toegenomen door de aanzuigende werking als gevolg van de invoering van het abonnementstarief en de vergrijzing. Wij zijn daarom genoodzaakt het uitvoeringsbudget voor de Wmo structureel te verhogen met € 700.000. Daarnaast wordt het budget voor hulpmiddelen en woningaanpassingen voor 2021 verhoogd met € 110.000. Het is een landelijke trend dat de kosten voor de Wmo stijgen. Bijna alle gemeenten hebben hiermee te maken. Ook voor de uitvoering van de jeugdzorg zijn wij genoodzaakt het uitvoeringsbudget fors te verhogen. Op de kosten voor voogdijcliënten hebben wij al eerder bijgestuurd met € 600.000 per jaar voor de jaren 2019 en 2020. Wij gingen ervan uit dat de wijziging van het woonplaatsbeginsel per 2021 in de Jeugdwet zou worden verwerkt. Inmiddels is deze wijziging uitgesteld tot 2022. Daarom is het ook voor 2021 noodzakelijk om bij te sturen op de kosten van de voogdijcliënten. Daarnaast wordt het uitvoeringsbudget voor maatwerkvoorzieningen voor 2021 met € 750.000 verhoogd. Omdat de meerjarige financiële effecten van de wijziging van het woonplaatsbeginsel en de nog door ons te onderzoeken maatregelen om de kosten te kunnen beperken nog niet bekend zijn, wordt alleen voor dit jaar bijgestuurd. In een later stadium vertalen wij de effecten op langere termijn in de begroting of de bestuursrapportage. Door het coronavirus dat ook dit jaar Nederland (en de wereld) nog steeds in de greep houdt, zijn ook voor 2021 aanvullende compensatiemaatregelen door het Rijk getroffen op diverse terreinen. De hiervoor beschikbaar gestelde middelen zijn verwerkt in het voortgangsbericht. Nieuwe lasten voor de gemeente die worden opgevoerd zijn onder andere de vervanging van het bestuursinformatiesysteem en bijbehorende audiovisuele middelen, de overgang
naar een zaaksysteem als vereiste voor de toekomstige dienstverlening en de vervanging van software binnen het sociaal domein om de transitie die in 2015 gestart is verder vorm te geven. De algemene reserve wordt hierbij ingezet om deze incidentele lasten op te vangen. Het Voortgangsbericht mondt uit in een negatief saldo van € 768.300, waardoor het tekort op de gemeentebegroting in 2021 stijgt van € 1,4 mln. naar € 2,2 mln.
De Prioriteitennota 2022
In de Prioriteitennota draagt het college nieuw beleid aan, ofwel een heroverweging, of intensivering van bestaand beleid voor de jaren 2022-2025. Gelet op de financiële situatie heeft het college besloten zeer terughoudend om te gaan met nieuwe prioriteiten waarvan de lasten structureel doorwerken in het financieel meerjarenperspectief. Het college heeft zich beperkt tot voorstellen op het terrein van duurzaamheid, implementatie Omgevingswet en het programma Groen.
Door de structurele effecten uit het Voortgangsbericht en de lasten van de nieuwe prioriteiten stijgt het begrotingstekort naar € 1,2 mln. in 2022, € 884.400 in 2023 en ontstaan ook tekorten van € 379.600 in 2024 en € 532.000 in 2025. De financiële positie van de gemeente Voorst komt door de ontwikkelingen binnen het
sociaal domein steeds verder onder druk te staan. Bij de vaststelling van de Meerjarenprogrammabegroting 2021-2024 heeft de gemeenteraad besloten de
onroerendezaakbelasting de komende jaren stapsgewijs te verhogen voor een structureel sluitende meerjarenbegroting. Door de oplopende tekorten binnen de jeugdzorg en Wmo worden wij nu toch geconfronteerd met een structureel begrotingstekort. Het Rijk heeft in april dit jaar extra middelen toegekend voor de acute problematiek binnen de jeugdzorg, maar dit zijn incidentele middelen voor het jaar 2021. De structurele problemen worden hiermee niet opgelost. Op dit moment is het onzeker in hoeverre het Rijk de gemeenten tegemoet komt met structureel extra middelen voor jeugdzorg en Wmo. Over structureel extra budget moet een nieuw kabinet beslissen. De formatie van een nieuw kabinet is op korte termijn niet te verwachten. Een arbitragecommissie, die de VNG heeft ingeroepen, buigt zich nu over de omvang van een structurele verhoging van het rijksbudget voor de jeugdzorg. Om de oplopende uitgaven voor Jeugdzorg en Wmo het hoofd te kunnen bieden onderzoeken wij welke maatregelen er mogelijk zijn om de kosten te kunnen beperken: aan welke ‘knoppen’ wij kunnen draaien. Daarnaast worden bezuinigingen of ombuigingen
onderzocht op andere beleidsterreinen. De ontwikkelingen bij het Rijk met betrekking tot mogelijke extra middelen worden hierbij nauwlettend gevolgd. De resultaten worden meegenomen bij de Bestuursrapportage 2021 en de Meerjarenprogrammabegroting 2022 in het najaar.
De Jaarstukken, het Voortgangsbericht en de Prioriteitennota staan geagendeerd voor de ronde tafelgesprekken van maandag 31 mei vanaf 18.00 uur. De raadsbehandeling zal plaatsvinden in de vergadering van de gemeenteraad van maandag 14 juni vanaf 10.00 uur. In die vergadering zal de raad de Jaarstukken en het Voortgangsbericht vaststellen. Definitieve besluitneming over de Prioriteitennota vindt plaats in de raadsvergadering van maandag 21 juni vanaf 19.30 uur.